Professionaliteit herdefiniëren

In de beginperiode van Studio Stoofpot was er een moment waarop ik me vreselijk schaamde. Het was tijdens een meeting met een potentiële opdrachtgever. Een groot, internationaal bedrijf, dus we spraken Engels met elkaar. Op driekwart van het gesprek kwam ik even niet uit mijn woorden. Ik was erg moe en had veel last van de zogenaamde brain fog die daar bij mij – en veel andere gehandicapte personen – vaak mee gepaard gaat. Gesprekken voeren in het Nederlands kan dan al een uitdaging zijn en het moeten denken in het Engels, wat me doorgaans prima afgaat, bleek te veel voor mijn vermoeide hersenen. De kortsluiting in mijn brein werd me teveel en ik slaakte een hoge kreet uit frustratie: “argh!”.

Lisa, een witte vrouw met felrood haar, kijkt ontwapenend in de camera. Ze draagt een donkergroene jurk en een zwart vest en staat voor een witte mur met gekleurde letters erop.

Scheur in het masker
Ik schrok van die kreet. Van het feit dat mijn zorgvuldig samengestelde masker ineens een grote scheur vertoonde waardoor mijn ongepolijste ik een weg naar buiten baande. Het voelde alsof ik door de mand viel, alsof de wereld nu eindelijk zou ontdekken dat ik niet écht professioneel ben. Want een professioneel iemand, die slaakt geen gefrustreerde kreet wanneer ze de juiste woorden niet kan vinden. Een professioneel persoon zou het niet zover laten komen. Die zou haar meeting niet vanaf de bank houden. Die zou make-up op doen. Die zou alle juiste woorden altijd weten te vinden, óók in talen die niet haar moedertaal zijn. Die zou dit bovendien effortlessly doen, schijnbaar zonder moeite. En zo iemand was ik klaarblijkelijk niet.

Na de meeting sloeg ik mijn laptop dicht en schaamde ik me weer. Nu niet om de gefrustreerde kreet die ik had geproduceerd, maar om mijn oordeel naar mezelf toe. Had ik het beschamend gevonden als een ander persoon hetzelfde had gedaan? Ben ik het eens met het algemeen geldende beeld van professionaliteit en vind ik bovendien dat anderen hieraan moeten voldoen? Ik moest overal nee op antwoorden. Waarom gebruik ik mijn eigen ‘niet-voldoen’ aan een gemaakt beeld van professionaliteit waar ik bovendien niet aan wíl voldoen, dan tegen mezelf?

Wat is professioneel?
Hoe een professioneel persoon eruit ziet, zich gedraagt, in welke ruimte deze persoon zich bevindt, hoe deze ruimte eruitziet en wat deze persoon precies zegt, daar hebben we met z’n allen nogal rigide ideeën over. Ook in mijn brein zitten overtuigingen rond professionaliteit vastgeroest en dat terwijl ik juist zo mijn best doe deze los te laten. Hoe de wereld op mij (een niet-altijd-even-zichtbaar-gehandicapt, neurodivergent, dik persoon) reageert, helpt daar alleen doorgaans niet bij. “Oh, heb je lekker je huispak aangetrokken vandaag?”, wanneer ik de enige outfit draag die ik sensorisch kan verdragen op slechte dagen. Een outfit die ik met heel veel moeite bij elkaar heb weten te sprokkelen, omdat de meeste kledingmerken mijn maat niet verkopen. Een outfit waarmee ik nu niet meer gauw op beeld verschijn, omdat ik me er sindsdien onzeker in voel. “Zit je lekker vanaf de bank te werken, heerlijk! Net vakantie!”, wanneer ik te veel pijn heb om aan mijn werktafel te zitten. “Hallo, luister je wel? Oogcontact!”, wanneer ik een kladblok volpen met willekeurige figuurtjes omdat ik informatie beter kan opnemen wanneer ik ondertussen iets met mijn handen doe en ik oogcontact over het algemeen hoogst ongemakkelijk vind. “Wow, wat is er met jou aan de hand. Ben je ziek?”, wanneer ik geen make-up draag. “Als je wilt dat mensen je serieus nemen, dan moet je echt ophouden met het gebruiken van zoveel emoji’s. En je moet ook wat sneller to the point komen.”, wanneer mijn neurodivergente brein gewoon heel graag heel duidelijk wil zijn, maar ook heel vriendelijk en vooral heel volledig, om misverstanden te voorkomen.

De gegronde angst om niet-professioneel over te komen, zorgt ervoor dat ik al jaren maskeer. Cosplayen als professioneel persoon, noem ik het ook weleens. En dat wil ik niet meer.

Wanneer ik deel over mijn worsteling met het begrip ‘professionaliteit’, krijg ik goedbedoeld te horen dat ik vooral moet doen waar ik me zelf goed bij voel en me niets moet aantrekken van hoe anderen (potentieel) over me denken. Alleen hebben de mensen die dit zeggen over het algemeen één ding gemeen: ze passen perfect in de professionele mal. Of beter gezegd, de professionele mal is een afgietsel van ze. Wat zij niet beseffen, is dat als niet-professioneel bestempeld worden serieuze consequenties kan hebben. Van er overduidelijk niet bij horen en uitsluiting ervaren op de werkvloer tot de huur niet kunnen betalen omdat potentiële opdrachtgevers geen vertrouwen in je hebben en klussen aan je neus voorbij gaan. De gegronde angst om niet-professioneel over te komen, zorgt ervoor dat ik al jaren maskeer. Cosplayen als professioneel persoon, noem ik het ook weleens. Het is in feite niets anders dan een rol spelen omdat mijn authentieke zelf niet geaccepteerd wordt. En me intens schamen wanneer ik het masker een keer onverhoopt laat zakken en een impulsieve kreet slaak omdat mijn neurodivergente brein vastloopt. En dat wil ik niet meer.

Overtuigingen veranderen
In mijn rol als medeoprichter van Studio Stoofpot vind ik het ongelooflijk belangrijk om actief te werken aan het herdefiniëren van professionaliteit. Om vastgeroeste overtuigingen die een grote groep mensen niet dienen, ten goede te veranderen. Daarom werk ik hard aan het deconstrueren van het masker dat ik jarenlang voorhield én nog regelmatig houd. En dat betekent mezelf toestemming geven om trainingen te geven vanaf de bank, om geen make-up te dragen wanneer ik daar geen zin in of energie voor heb, om tijdens meetings aan te geven dat ik last heb van brain fog, om tóch mijn ‘huispak’ te dragen wanneer ik videobel, om dat dubbele uitroepteken in die mail te zetten, om emoji’s te gebruiken wanneer ik dat wil en dus ook om te accepteren dat ik soms een impulsieve kreet kan produceren wanneer ik kortsluiting in mijn hersenen heb.

Maar er is meer nodig dan alleen mijn individuele acties. Want hoe mooi en dapper wellicht ook: in principe zijn deze maar een druppel op een gloeiende plaat bestaande uit de hardnekkige overtuigingen die we met z’n allen in stand houden. Er wordt tegenwoordig veel aandacht besteed aan inclusie op de werkvloer: je moet helemaal jezelf kunnen zijn. Omarmd worden met alles dat bij jou hoort. Alleen al te vaak wordt daarbij een definitie van inclusie gehanteerd die vooral niet teveel moet afwijken van de norm die nu al heerst binnen de organisatie. Bovendien impliceert deze denkwijze dat er een groep is die jou als ‘andere’ moet omarmen, dán hoor je er helemaal bij en mag je ook ‘meedoen’. Klinkt super gelijkwaardig, of niet?

Ruimte voor je authentieke zelf
Inclusie kan en mag niet betekenen: je vooral maar aanpassen aan hoe we het nu eenmaal al die jaren al doen, maar dan wel met een regenboogvlag in ons logo en een inclusiepagina op onze website. Inclusie betekent dat er ruimte is voor iedereens authentieke zelf. Voor stimmende medewerkers, collega’s met natural hair en knotless braids, gesprekken zonder oogcontact, online meetings vanaf de bank, accenten en dialecten, spelfouten, voornaamwoorden anders dan hij/hem en zij/haar en medewerkers die hele dagen hun noise cancelling koptelefoon dragen. En vooruit, ook voor impulsieve kreten wanneer het even niet gaat zoals je wilt. Niks om je voor te schamen.

Wil jij binnen jouw organisatie aan de slag met inclusie en ruimte bieden voor authenticiteit, maar heb je geen idee waar te beginnen? Wij helpen je graag. Plan een vrijblijvend kennismakingsgesprek in of stuur ons een bericht, dan gaan we samen aan de slag.