Zes best practices voor een inclusieve samenwerking

Processen van in- en uitsluiting komen overal en altijd voor, ook wanneer je samenwerkt met anderen. Wil je een samenwerking zo inclusief mogelijk laten verlopen, dan is het belangrijk om te weten hoe je dat kunt aanpakken.

Ontwerp zonder titel (29)

Inclusie is een complex onderwerp. Wil je inclusief samenwerken, dan is het belangrijk om je te beseffen dat ‘het’ voorbeeld van een inclusieve samenwerking niet bestaat. Wat inclusie betekent voor de één, betekent namelijk niet per se inclusie voor de ander. Het kan voor diegene zelfs uitsluiting betekenen. Een one-size-fits-all richtlijn voor een inclusieve samenwerking kunnen we je dus niet bieden, maar wat we wél met je kunnen delen is een set van zes richtlijnen: de zogenaamde ‘best practices’ voor een inclusieve samenwerking. Deze best practices hebben we niet zelf bedacht, ze zijn afgeleid uit dit artikel. We vertellen je wat deze best practices inhouden en hoe je deze kunt inzetten binnen jouw werkpraktijk. Onderaan deze pagina vind je een download knop, klik hierop om een hand-out met daarop de zes best practices gratis te downloaden. Hang ze boven je bureau als dagelijkse reminder! En weet ook: welke van deze ‘best practices’ het belangrijkste is, zal per samenwerking, per moment binnen een samenwerking en per rol die je bekleedt binnen een samenwerking verschillen.

1 – Zichtbare commitment

Het begint allemaal met zichtbare commitment. Erkennen dat een inclusieve samenwerking belangrijk is en weten dat dat werk en inzet vereist, is stap nummer één. Maak van inclusie een persoonlijke prioriteit, houd jezelf en anderen een spiegel voor en maak van inclusie een werkwoord.

2 – Bescheidenheid

Bescheidenheid is binnen het veld van inclusie een groot goed. Het is belangrijk om ons te beseffen dat we niet alles weten, dat we elkaar nodig hebben en uiteindelijk maar een kleine (maar belangrijke) schakel zijn in het geheel. Maak ruimte voor elkaars input en kwaliteiten. En vooral: durf fouten toe te geven. Pas dan is er ook ruimte voor groei.

3 – Bewust van bias

Iedereen heeft vooroordelen, ook jij en ook wij. Belangrijker dan weten dat je die vooroordelen over anderen hebt en blijven hangen in schaamte, is aan de slag gaan om iets aan die vooroordelen te doen. Het eerste wat je denkt is wat je is aangeleerd, hoe je er vervolgens mee omgaat laat zien wat voor persoon je werkelijk bent. Wees je bewust van je eigen bias en besef dat systemen gecreëerd worden door mensen die ieder hun eigen vooroordelen meebrengen. De volgende stap is werken aan het omvormen van systemen van uitsluiting tot systemen van insluiting.

4 – Geïnteresseerd in anderen

Wees oprecht geïnteresseerd in anderen. Besef dat je nooit iemands hele verhaal zult kennen of zult kunnen begrijpen en wees bereid om te luisteren zonder meteen je oordeel klaar te hebben. Probeer empatisch te zijn voor mensen om je heen en daarbij ook voor jezelf.

5 – Cultureel bewustzijn en interculturele vaardigheden

Dit wordt in het artikel ‘culturele intelligentie’ genoemd. Omdat het concept van (vermeende) intelligentie vaak wordt gebruikt om groepen mensen te discrimineren of uit te sluiten, kiezen wij liever voor de benaming ‘cultureel bewustzijn en interculturele vaardigheden’. Dit houdt in dat je je bewust bent van de verschillende culturen om je heen. Je weet dat verschillende culturen kunnen vragen om verschillende vormen van toenadering en samenwerking en past je aan waar nodig. Je beschikt dus over een zekere mate van culturele gevoeligheid. Dit betekent niet dat je vooraf alle antwoorden moet hebben: cultureel bewust zijn betekent vooral openstaan voor ervaringen die anders zijn dan de jouwe en beter doen wanneer je beter weet.

6 – Samenwerking gericht op gelijkwaardigheid, veiligheid en sociale cohesie

Een gevoel van gelijkwaardigheid, veiligheid en betrokkenheid is geen vanzelfsprekendheid binnen een samenwerking, dit is iets waar actief aan gewerkt en naar gestreefd moet worden. Wanneer je je er bewust van bent dat jouw aanwezigheid in een (al dan niet fysieke) ruimte diezelfde ruimte een stuk onveiliger kan maken voor een ander, wordt het al makkelijker om samen te werken aan een veilige(re) ruimte. Wees je bewust van welke en hoeveel ruimte jij inneemt binnen een samenwerking en zet je privileges bewust in: geef de microfoon door en sta je podium af aan die persoon wiens waardevolle input nog te weinig wordt gehoord bijvoorbeeld. Werk aan de mate van betrokkenheid binnen het team door je te verdiepen in elkaar en écht te luisteren. Wees je bewust van jullie onderlinge verschillen en probeer die niet weg te poetsen of angstvallig te negeren, maar omarm ze juist. Jullie kracht zit ‘m in de plekken waar jullie van elkaar verschillen.